5 meest gebruikte multisensoren in de Glastuinbouw

De sensor heeft een clip met daaraan twee glasfibers. We raden aan om deze clip horizontaal op het jongst volgroeide blad (aan de bovenkant van het gewas) vast te klemmen, waar schaduwvorming van andere bladeren zo min mogelijk effect heeft. Hiermee krijg je betrouwbare data en kun je op weekbasis ook goed verschillen detecteren.

De data van de sensor biedt gebruikers waardevolle inzichten. Als de fotosynthese-efficiëntie bijvoorbeeld laag is, kan dat duiden op stress door te veel licht, een tekort aan CO₂ of een andere klimaatfactor die niet optimaal is ingesteld. Een hoge fotosynthese-efficiëntie daarentegen geeft aan dat de plant veel meer licht aan kan dat deze momenteel ontvangt.  Door de gegevens goed te analyseren, kun je overbelichting voorkomen en de fotosynthese van de plant maximaal laten draaien, wat resulteert in een weerbaar gewas en veelal een hogere opbrengst en/of energiebesparing.

Om de bodem te meten is het belangrijk dat de probe met de drie pinnen geplaats wordt in de wortelzone. Bovengronds is het aan te raden de sensor op een statief te plaatsen, zodat de behuizing boven het bladerdek komt te staan. Door de driemeter lange kabel is er voldoende bereik om de sensor bovengronds op de juiste manier te installeren. Zorg ervoor dat het zonnepaneel voldoende zonlicht krijgt zodat de batterij zich kan opladen.

De data van de Soil Pro+ maken het mogelijk om verbanden te leggen tussen bodem- en klimaatomstandigheden. Zo kun je bijvoorbeeld zien hoe bodemvocht en EC elkaar beïnvloeden, wat helpt bij het optimaliseren van watergift en bemesting. Tegelijkertijd geven temperatuur- en PAR-waarden inzicht in de interactie tussen bodem- en luchtomstandigheden en de plantontwikkeling.

De Air Pro+ dient horizontaal gemonteerd te worden. Deze kan geplaatst worden op de plek naar interesse. Vaak wordt deze op kophoogte van het gewas gemonteerd te worden, ook wel het microklimaat genoemd. Er wordt ook soms de vergelijking gemaakt met het macroklimaat van de kas, dan wordt de Air Pro+ gemonteerd een meter of twee boven het gewas. Als laatst kan er ook een derde sensor midden het gewas geplaatst worden om daar de luchtcondities te meten en ook de geabsorbeerde PAR van het gewas in kaart te brengen. Vaak wordt de Air Pro+ en andere Sigrow sensoren gemonteerd met een magnetische sensor houder van Sigrow

De data van de Air Pro+ geven een gedetailleerd beeld van de luchtkwaliteit in de kas. Hoge luchtvochtigheid kan bijvoorbeeld wijzen op een risico op schimmels, terwijl een te lage luchtvochtigheid planten uitdroogt. CO₂ metingen zijn cruciaal om te beoordelen of planten voldoende toegang hebben tot deze essentiële fotosynthesebouwstof. Door deze gegevens te combineren, kunnen je het klimaat in de kas optimaliseren.

De Sipixel wordt maximaal een halve meter boven het gewas gemonteerd. De bladtemperatuursensor wordt gericht op het gewas, dit kan een blad, bloem of kop zijn. De bladtemperatuursensor heeft een afstand tussen de 5 en 10 cm nodig, hoe verder weg des te groter het gebied die de sensor meet.

Met de plant-IR gegevens kun je de gezondheid van het gewas monitoren door te kijken naar de bladtemperatuur. Een te hoge bladtemperatuur kan wijzen op hittestress, terwijl een lage temperatuur duidt op suboptimale opname van licht of vocht. Door deze gegevens te combineren met PAR en relatieve luchtvochtigheid, kun je beter inspelen op de behoefte van de planten en stress verminderen.

De installatie gaat als volgt: na het activeren van de gateway (centraal verbindingsstation op 4G of ethernet kabel) koppelt de FireFly automatisch na het resetten met het meegeleverde een magneetje. De FireFly zendt de meetdata iedere 5 minuten naar het MyLedgnd platform.

Met de data van de FireFly kun je zowel de klimaat- als bodemomstandigheden in je kas analyseren. De combinatie van klimaat-, CO2- en bodem / substraat metingen helpt je om interacties tussen licht, lucht- en bodemparameters te begrijpen, bijvoorbeeld hoe de luchtvochtigheid de wateropname van het gewas beïnvloedt.